In de praktijk van… Menno Noordervliet

MNoordervlietMenno Noordervliet is in 2012 acht jaar voorzitter van de AVN. Wat voor astroloog is Menno eigenlijk? En hoe is de astrologie zijn leven in geslopen? Tijd voor een interview. Chantal Halmans sprak met hem.

Innerlijke crisis
Ik was nog maar een puber toen ik met astrologie in aanraking kwam. Ik had bijen en kwam veel bij een bijenvriend. Hij was een yogi en deed wat aan astrologie. Hij wist er niet veel van, maar een horoscoop maken kon hij wel. Samen met een vriend van hem, Pieter Langendijk, hing hij op een goed moment boven mijn horoscoop. Tot Langendijk zei: ‘Ik begrijp niet dat die jongen kan leven. Hij heeft zes retrograde planeten.’ Ik had zoiets van: ‘Klunk, wat is dit?’, maar achteraf is het misschien wel de oorzaak dat ik het ben gaan uitzoeken voor mezelf.

Ik vond astrologie heel interessant. Ik had een serie boekjes van André Barbault, waarin hij schreef over mensen en hun horoscopen. Toen ik eind jaren zestig psychologie studeerde in Amsterdam, ging ik vaak naar de Kosmos, een meditatiecentrum met restaurant en boekenzaak. Daar heb ik George Bode ontmoet bij een cursus die hij gaf. Mellie Uyldert trok er volle zalen met haar lezingen en ik vond het soms leuker om naar haar te gaan dan naar college. Ze integreerde alles: mythologie, astrologie, kruiden, stenen, metalen, filosofie. Later heb ik bij haar in Bussum een cursus Medische astrologie gevolgd.

De wetenschappelijke wereld was totaal anders dan deze. Dat was een innerlijke strijd voor mij. Moest ik nou kiezen voor ideeën als reïncarnatie, astrologie en alles wat daarbij hoort of juist voor dat hele rationele, positivistische? Dat uitte zich ook in dat ik een vriendin had, die hetzelfde studeerde. Ze was een fijn iemand, maar ze vond het allemaal onzin. Ondanks dat ik er veel pijn van had en ze altijd een soort droomvrouw is gebleven, maakte ik het uit. Toen ik haar twintig jaar later tegen kwam, bleek dat zij op dat moment veel spiritueler was dan ik. Dat had ik niet verwacht, maar het laat zien dat het destijds niet over haar ging, maar om die innerlijke crisis in mezelf.

Eigen praktijk
Ik heb periodes gehad dat ik weinig met astrologie deed. Dan was ik druk met werk. Toen ik in de jaren tachtig directeur werd van het Centrum voor zelfbezinning in Hilversum had ik eindelijk tijd om een eigen psychotherapie praktijk te starten. Daar deed ik ook astrologische consulten in. Dat ben ik blijven doen, steeds naast mijn werk, tot ik in het jaar 2000 besloot: ‘Dit is nog het enige wat ik wil.’

Een belangrijk moment in mijn carrière is dat ik sinds 1993-94 als astroloog bij De Ark betrokken ben, een managementcentrum dat trainingen organiseert. Onderdeel hiervan is een therapeutendag met lichaamswerkers, een coach en ik als astroloog. Ik heb daar leuke contacten uit overgehouden. Zo is er een ondernemer, die mij vanaf 2001 heel veel opdrachten heeft gegeven in zijn bedrijf. Ik weet nog dat hij me uitnodigde bij Jan Tabak, een beroemd hotel voor zakenlui in Bussum. Even daarvoor had ik een droom dat ik met hem een avontuur zou aangaan. Dat was zo’n sterk gevoel. Ik had net besloten dat ik een bedrijfje voor coaching wilde beginnen en hij schakelde me meteen voor van alles in. Ik viel van de ene verbazing in de andere. Dat was zo’n fantastisch gevoel, een gevoel van puur avontuur. Ik heb tien jaar lang in dat bedrijf dingen mogen doen: bijeenkomsten met het managementteam waarin we vanuit een bepaald aspect ieders horoscoop gingen bespreken, maar ook bedrijfshoroscopen met daarbij het duiden van de toestand in de wereld. Op een goed moment voerde ik met alle werkers daar functioneringsgesprekken. Dat waren meer dan honderd consulten. Ik gun dat elke astroloog. Om iets in een bedrijf te mogen doen en dat er continuïteit in zit. Dat vind ik ook leuk aan het initiatief van Bettina Reijn en Karen Hamaker, dat je opgeleid wordt tot HBO-niveau en studenten stage moeten lopen. Dan moet je er ook iets maatschappelijk verantwoord mee gaan doen. Alleen, de bottleneck is: zijn er banen voor astrologen?

De AVN
In de tachtiger jaren ging ik naar lezingen van de NGPA, maar ik had niet zoveel behoefte om lid te worden van een vereniging omdat ik al in een groepje zat met George Bode, Peter Delahay, Duco van Weerlee en Sieward Kromhout. We komen zeker al 35 jaar bij elkaar, elke maand, trouw. We zijn ooit begonnen met een grote groep, waar Karen Hamaker ook nog in zat. George had toen al contact met Carteret in Frankrijk. Uiteindelijk hebben wij ons toen afgesplitst, de Zwarte lichten-astrologen. Soms neemt iemand een horoscoop mee, gewoon spontaan, maar we bereiden niets voor. We praten over wat we meegemaakt hebben, over wat er speelt. Ik ben pas lid geworden van de AVN toen ik besloot hoofdzakelijk met astrologie te gaan werken. Op het moment dat ik voorzitter werd – nu acht jaar geleden – stond de secundaire Maan van de AVN op 4° Waterman. Dat zag ik achteraf. En mijn Zon staat 3° Waterman. Dat vind ik wel geestig.

Structureel astroloog die psychologie gebruikt
Ik voel mezelf een structureel astroloog die ook psychologie gebruikt. Ik kan geen horoscoop meer duiden zonder de zwarte lichten. Ik kan ook niet zonder de psychologie, terwijl structureel astrologen dat soms een beetje proberen weg te drukken. Ze hebben meer oog voor het structurele, het lotsmatige en minder voor de psychologische kant. Niet iedereen zal dat volgen, maar ik merk gewoon dat er soms minder aandacht voor is.

Mijn insteek is dat ik dat goed kan combineren: het metafysische van de zwarte lichten, de Noordermaansknoop en soms ook wel de collectieve planeten met het psychologische. Ik zie de zwarte lichten als procespunten die met het Ik en de Ziel te maken hebben. Het zijn begrippen die tijd nodig hebben om echt in te dalen, om ze te integreren in je systeem. Processen die je doormaakt, kunnen heel erg met je lot te maken hebben, maar hebben ook een spirituele en een psychologische component.

Inspiratiebronnen
In mijn lessen spreek ik wel eens over het werk van dr. C.J.Schuurman. Hij was een soort Jungiaans psychiater, maar ik vond hem spiritueler dan Jung. Hij profileerde zichzelf niet als astroloog, maar hij maakte van al zijn patiënten horoscopen, net als Jung trouwens. Hij heeft het over het Ik-proces en het Ziels-proces. Hoe het Ik zich vormt met ego-kanten en hoe dat blokkerend kan werken. Dat past goed in de Zwarte lichten-astrologie. Schuurman zegt: ‘Wij zijn één kosmisch brandpunt, een uitdrukking van één kosmisch moment. Die kern werk je uit en dat maakt je mede-schepper van het geheel.’ Astrologie sluit hierop aan.

Ik werk ook wel met het enneagram, maar dat is minder wezenlijk dan astrologie, terwijl het uit de spirituele hoek komt, bij Gurdjieff vandaan. Het enneagram deelt mensen in in negen types en dat vond ik raar. Twaalf is toch het symbool voor de totaliteit. Je hebt twaalf stammen van Israël, de twaalf discipelen, de twaalf facetten van een diamant. Tot ik de link legde met de Zwarte Maan en Priapus die in negen jaar rondlopen. Priapus gaat over overleven, dus toen begreep ik voor mezelf dat het negen overlevingsstrategieën zijn.

Schuurman zelf heeft een conjunctie van zijn Zon met Zwarte Maan, Zwarte Zon en Drakestaart in Kreeft. Dat komt bijna nooit voor. De uniekheid van mensen is vaak gekoppeld aan een bijzondere horoscoop. Dat heb je met Jung ook. Hij heeft Zwarte Maan op het MC en Zwarte Zon op de cusp van het zesde huis. Hij heeft een hoop kinderen gehad, maar die hebben niet die uniciteit van Jung. Dat kan je niet verklaren vanuit de genendiscussie, want dan zou je denken: dat gaat gewoon door. En daar komt voor mij de astrologie om de hoek kijken. Je weet als astroloog dat er een geheimzinnig verband is tussen binnen- en buitenwereld. Iemand heeft Maan ingaand vierkant Saturnus en dan ook nog eens een moeder die heel koel is. Hoe kan dat nou samen gaan? Die keuze, waar heeft dat mee te maken? Hoe ontstaat dat? Dat is een groot geheim.

Zoals Jung de anima – animus beschrijft, dat klopt helemaal met de zwarte lichten, net als de Persona en het Ik met Maan en Zon. In Steiner heb ik me ook veel verdiept. Jung had contact met het onbewuste, maar Steiner is een echte ziener. Hij heeft zich met alle takken van het leven bemoeid: met de medische wetenschap, de opvoeding, filosofie en hij schreef over de noordermaansknoop en de planeten. Voor hem was dat een realiteit, maar hij ging verder. Hij schreef over meditatie, over hoe je een hoger bewustzijn kunt krijgen.

Onderzoek doen
Ik vind het leuk om zelf iets uit te zoeken. Over Persephone, een hypothetische planeet in het systeem van Bode, wordt gezegd dat ze voor de geëmancipeerde vrouw staat. Ik heb horoscopen van geëmancipeerde vrouwen opgezocht en gekeken waar Persephone staat. Een planeet staat nergens sterker dan als die as-gebonden is, dus als hij contact maakt met de Asc-Desc-as, de IC-MC-as, de knopenas of de Zwarte lichten-assen. Dan springt een planeet eruit. Dat bleek aardig te kloppen bij deze vrouwen.

Ik heb ook wel eens gekeken naar schepen die ten onder zijn gegaan, zoals de Titanic en andere ferries. Daar heb ik ook een lijst van gemaakt en dat bleek vaak met Priapus-aspecten te maken te hebben. Priapus heeft inderdaad een soort overdreven maan-werking. Maar met zo’n kleine doelgroep of populatie zijn deze onderzoeken niet wetenschappelijk verantwoord.

Waar ik me kwaad om kan maken is dat er miljoenen, bijna miljarden voor wetenschappelijk onderzoek beschikbaar is. Neem maar zo’n CERN in Zwitserland, die deeltjesversneller. Wat dat niet kost! Maar voor astrologie – terwijl dat de moeder van de wetenschap is – is geen rooie cent over.

In mijn tijd had je een standaardwerk over methodologie van professor De Groot. Dat ging over hoe je onderzoek doet: hypothesevorming, inductiefase, deductiefase, operationalisatie van je hypothese… Maar aan het eind van het boek – en daar leest iedereen overheen – staat: ‘Uiteindelijk bepaalt het wetenschappelijk forum of iets waar is of niet waar’. Dat heb ik onthouden. Neem nou zo’n Gauguelin. Hij wilde bewijzen dat astrologie niet klopt, maar had heel veel positieve resultaten. Hij was van huis uit methodoloog, maar kwam uiteindelijk niet aan de bak en pleegde zelfmoord.

Duidingsmethode
De Zon blijft voor mij een heel centraal gegeven in een horoscoop. Dat merk ik ook met die graden van Janduz waar ik mee werk. En dat is met de Maan ook zo. De Maan staat voor de ziel, maar ook voor de Persona. Je Persona is een kant van je persoonlijkheid, net als het Ik. Het staat voor de brug naar de buitenwereld, terwijl de Zwarte Maan gaat over een brug slaan naar je binnenwereld. En dat is met de Zwarte Zon ook. Ik zie de zwarte lichten als een noodzakelijke aanvulling naast Zon, Maan en planeten.

In een consult vertel ik eerst over de Noordermaansknoop. Dat is het hoogste niveau. Dan heb je mensen meteen bij wat hun opdracht in het leven is. En dan kom je ook meteen moeilijkheden tegen als er planeten bij staan. De Draak en het Beest neem ik hierin ook mee. Dan vertel ik wat over de Zwarte Maan en de Zwarte Zon, waar de assen staan. En dan zeg ik: ‘Oke, maar je ontwikkelt ook je persoonlijkheid.’ Zon, Maan, planeten, temperament en dynamiek komen dan aan bod. En de progressies natuurlijk, want daar zit de ontwikkeling in. Ik gebruik voornamelijk de secundaire en de transits. Daarbij doe ik een prognose voor de komende drie jaar. Ik kijk hoe Uranus door de horoscoop loopt en Pluto en Neptunus. Waar die de Ascendant, het IC of andere belangrijke punten raken zijn belangrijke veranderingsmomenten. En ik vraag altijd naar Pluto vierkant Pluto. Dan vraag ik of iemand in die periode een machtsstrijd heeft gehad of voor een enorme uitdaging stond. Ik wil weten hoe ze daaruit tevoorschijn zijn gekomen. Dan merk je of mensen echt in hun kracht staan, of ze voor zichzelf durven kiezen. Het is vaak een punt van ‘Tot hier en niet verder’.

Graden van Janduz
De graden van Janduz verwerk ik er ook in. Vooral als ik het over de Zon en de Maan heb en Heer I van de horoscoop. Dat doseer ik, want het is geen lichte kost. Ik werk er al sinds de jaren zeventig mee. Ik zag het originele Franse boek destijds bij Mellie Uyldert. Er was toen nog geen Nederlandse versie.

Die beelden zijn oorspronkelijk trouwens veel ouder. Ik heb een boek met beelden uit de 13de eeuw die niet helemaal hetzelfde zijn, maar wel aardig overeenkomen. Ik ken ze bijna allemaal uit mijn hoofd. Sommige graden krijg je bijna niet onder ogen dus dan twijfel ik even. Ik vond het soms heel extreem, maar op een gegeven moment ben ik het wel gaan gebruiken. De graden inspireren me bij het zoeken naar woorden voor de duiding.

Die man bij De Ark die mij al die jaren aan het werk heeft gehouden, heeft Zon in Maagd, Maan in Vissen en Weegschaal Ascendant. Dan denk je als gewone astroloog dat dat een bureauklerk is en absoluut geen leider. Dat is het verschil. Je hebt beelden in tekens waarvan je denkt: ‘Dat hoort bijna niet in dit teken thuis.’ Hier, dit is zijn beeld op 11° Maagd: ‘Een man op een paard die de richting aanwijst.’ Dat gaat over leiderschap. Dat is hij ten voeten uit. Hij zette een bedrijf op en had binnen de kortste keren honderdvijftig man in dienst. Hij had ook een felle graad, die te maken had met agressie en snijden. Wat bleek: hij was de wereld over geweest om slecht draaiende bedrijven weer op poten te zetten door erin te snijden. Daar is hij rijk mee geworden.

Het valt mij op dat dat met die graden kan. Het is een soort finetuning van je horoscoop. Maar je kan het niet zomaar gebruiken. Neem bijvoorbeeld de 25ste graad Waterman. Dat is een stand van criminaliteit. Dat heeft Anders Breivik. Maar daaruit kun je niet concluderen dat iedereen die dat heeft crimineel is. Iemand werkte bij KPMG om zwart geld op te sporen en daar advies over te geven. Hij werkte op het semi-criminele vlak, maar hij was geen crimineel. Een ander was rechercheur bij de Sociale Dienst. Hij zat ‘in de handhaving’, zoals hij het zelf noemde. En er was een zakenman, die bekend stond als een keiharde onderhandelaar. Dan heb ik het allemaal over 25° Waterman. En Jung had zijn Saturnus daar staan. Hij las detectives als hobby. Wat ik wil zeggen: Als astroloog ga je helemaal in de fout als je met de Zon of een belangrijke planeet daar zegt: ‘Dat is iemand die crimineel is.’ Dat mag je nooit doen, de boel zomaar omdraaien.

Meer therapeutisch werken
Ik vind soms een consult therapeutisch onbevredigend. Het is leuk om jezelf te zien in het licht van dat ene kosmische brandpunt. Dat kan al een aha-erlebnis geven of een bewustzijnsverandering, maar het is nog leuker als je er feitelijk iets mee kan doen, iets procesmatigs. Daarom probeer ik mensen ervan te overtuigen om minimaal twee keer te komen, vlak na elkaar.

Ik had hier iemand, die vanuit het oberschap een hotelketen van vijftig hotels had opgebouwd. Een ongelooflijk kapitaal dat hij tijdens de crisis bang was om kwijt te raken. Doodsangsten had die man. We hebben er een paar keer over gepraat en hij kwam, tot mijn eigen verbazing, steeds weer terug. Op een goed moment vroeg hij of hij het moest verkopen of niet. Een maand later had hij mede op mijn advies een gedeelte verkocht en een gedeelte gefinancierd. Hij is er heel goed uitgesprongen. Ik kon merken dat hij me echt dankbaar was. Hij heeft zijn rust weer gevonden en via hem komen nu ook weer anderen naar mij.

Ik heb een therapeutische opleiding en zou op den duur meer therapeutisch willen gaan werken. Zeker nu ik net een nieuwe praktijkruimte heb gebouwd. Ik heb niet zoveel met de Vedische astrologie, maar dat het gekoppeld is aan een ontwikkelingssysteem van bewustwording door meditatie en medicijnen, spreekt me wel aan. Daarom vind ik medische astrologie ook een hele mooie tak van sport. Omdat je er iets mee kan. Daar zoek ik naar in de moderne astrologie.

© Chantal Halmans
Gepubliceerd in AstroFocus juni 2012