Boekbespreking: Cosmos & Psyche – Richard Tarnas

cosmospsyche-bIf astrology were in any sense valid, the very foundations of the modern world view would be placed in question.” (Tarnas, 2007: p.64)

Richard Tarnas is filosoof en cultuurhistoricus. In de jaren 60 kwam hij als student in aanraking met  astrologie. Hij was geïnteresseerd in de werken van Jung en zijn synchroniciteitstheorie. Hij ontdekte dat Jung gebruik maakte van astrologie in zijn onderzoek naar synchroniciteit. Dit heeft hem gestimuleerd de astrologie grondiger te bestuderen.

Hij begon astrologische boeken te lezen, bestudeerde zijn geboortehoroscoop en vervolgens die van anderen. Later betrok hij de transits bij zijn studie en raakte meer en meer overtuigd van de waarde van astrologie. Met de transits begon hij zich ook te verdiepen in de correlaties tussen specifieke transits en historische personages en gebeurtenissen, een onderzoek waar hij tot op de dag van vandaag aan is blijven werken.

De resultaten van zijn omvangrijke onderzoek heeft hij in 2007 neergelegd in zijn boek Cosmos & Psyche. Hij bespreekt hierin de conjuncties, opposities en soms ook vierkanten van vier planeetcombinaties in relatie tot de geschiedenis: Uranus-Pluto, Saturnus-Pluto, Jupiter-Uranus en Uranus-Neptunus. Tarnas ziet tal van overeenkomsten en verbanden en bekijkt de data zowel synchronistisch als diachronistisch2. De onderwerpen die hij bespreekt reiken van politiek, economie, oorlog en revolutie naar psychologie, seksualiteit, wetenschap en filosofie, maar ook literatuur, kunst, muziek en films. Belangrijke perioden als de zestiger jaren, de Franse revolutie, de Renaissance en de klassieke oudheid komen uitgebreid aan bod, als ook historische figuren als Martin Luther King, Ghandi, Marx, Shakespeare, Kepler, Galileo en Plato. Door zijn enorme kennis van en inzicht in de westerse cultuurgeschiedenis, filosofie en astrologie kan hij verbanden leggen die geen mens eerder heeft gezien of benoemd. Daarbij wordt hij geholpen door de vlucht die de computertechnologie de afgelopen dertig jaar heeft genomen, waardoor het met een muisklik mogelijk is geworden om de planeetstanden van bijvoorbeeld 200 BC op je beeldscherm te toveren.

Het boek is geschreven voor niet-astrologen en meer dan eens richt hij zich expliciet tot de student die een soortgelijk onderzoek in overweging neemt. Waar het voor de doorgewinterde astroloog soms moeilijk is om een gezonde afstand tot het eigen vakgebied te behouden, laat Tarnas geen ruimte voor speculatie. Het hele boek, maar met name het theoretisch kader geeft voeding aan de astroloog om zijn boodschap en visie helder in de wereld te zetten. Tarnas noemt zichzelf geen astroloog, maar zijn grondige kennis van de astrologie en haar geschiedenis ademen door het hele boek. Hij heeft dan ook niet de minste astrologische literatuur gelezen. Hij is op de hoogte van de werken van moderne astrologen als Leo, Rudhyar, Carter, Ebertin, Hand, Greene en Arroyo, maar kent ook haar klassiekers: Ptolemaeus’ ‘Tetrabiblios’ en Kepler’s ‘De Fundamentis Astrologiae Certioribus’.

In navolging van Jung maakt Tarnas in zijn onderzoek gebruik van archetypen: symbolische voorstellingen (oerbeelden) die in het onderbewustzijn van alle mensen aanwezig zijn: “Pas toen ik het multidimensionale karakter van archetypen in haar totaliteit leerde waarderen kreeg ik inzicht in het juiste karakter van astrologische verbanden.” (Tarnas, 2007: p.67) Hij haalt het onderscheid in de klassieke en moderne manier van voorspellen aan, waarbij hij een voorkeur heeft voor de moderne variant en deze omschrijft als archetypisch voorspellen. Tarnas laat de idee los dat planeten een bepaalde energie uitstralen naar de aarde en vergelijkt de planeten met de wijzers van een klok:

“De planeten ‘veroorzaken’ geen specifieke gebeurtenissen anders dan de wijzers van een klok een specifieke tijd ‘veroorzaken’. Het is veeleer dat planeetstanden een indicatie zijn voor de archetypische dynamieken die op een bepaald moment in de kosmos werkzaam zijn.” (Tarnas, 2007: p.77)

Zijn inzichten in archetypisch voorspellen zijn het fundament van zijn onderzoek en hij veronderstelt dat het ontwikkelen van een archetypisch oog in de toekomst belangrijker wordt. Hij heeft het over “die vorm van invoelende intelligentie, impliciet en potentieel aanwezig in iedereen, die in staat is om de rijke veelzijdigheid van archetypische patronen te herkennen en onderscheiden in de intieme microcosmos van het eigen leven maar ook in de grotere gebeurtenissen uit de geschiedenis en cultuur” (Tarnas, 2007: p.70).

Hoewel astrologen in het ontwikkelen van een archetypisch oog meer dan gemiddeld getraind zijn, ziet hij dat astrologen soms al te klakkeloos nieuwe informatie voor waar aannemen zonder het nader te onderzoeken. Bij wetenschappers ziet hij juist een tegenovergestelde tendens: dat ze te narrow minded zijn om buiten hun box te denken. Dientengevolge meent Tarnas dat traditionele wetenschappelijke onderzoeken naar astrologie (zoals dat van de broeders Gauquelin) vanwege hun rationele vooringenomenheid de plank mis slaan.

“Dit begrip (van het archetypisch voorspellen, CH) verhelderde voor mij talloze langlopende kwesties rond astrologie, zoals dat van lot versus vrije wil, het probleem van identieke planeetconfiguraties die op concreet niveau verschillend uitwerken, maar op archetypisch niveau parallelle fenomenen zijn, en de fundamentele gebrekkigheid van statistische testen om de meeste astrologische verbanden aan te tonen.” (Tarnas, 2007: p.67-68)

Tarnas zegt dat het in zijn onderzoek het moeilijkste was om een balans te vinden tussen deze twee uitersten: om enerzijds met een objectieve blik de informatie te bezien en anderzijds open te staan voor nieuwe, onconventionele gezichtspunten.

Eerder schreef Tarnas het boek ‘The Passion of the Western Mind’ (1991). In een mum van tijd werd dit boek een bestseller en verplichte literatuur op universiteiten in Amerika. Ondanks de korte verschijningsduur wordt het boek nu al tot de klassiekers in de filosofie gerekend. In het boek bespreekt Tarnas de geschiedenis van het westerse denken vanuit de Griekse Oudheid tot aan de huidige tijd. Hij eindigt in zijn boek met de constatering dat het westerse denken op een dood spoor is beland en dat een transformatie noodzakelijk is voor de volgende stap. In retrospectief lijkt The Passion of the Western Mind een voorbereidend schrijven op zijn huidige boek waarin hij – met de astrologie als toetssteen – over de brug komt met een nieuwe filosofie: er is een verband tussen de kosmos en het leven van de mens op aarde.

“De relatie tussen kosmos en psyche is een mysterieus huwelijk (…) We zijn wonderbaarlijke, zelf-reflecterende en autonome doch ingebedde deelnemers in een groter kosmisch drama, elk van ons een creatieve kern van actie en verbeelding.” (Tarnas, p.491)

Tarnas benadrukt dat de astrologie – net als alles in de wereld – onderhevig is aan een evolutionair proces en dat het belangrijk is om open te blijven staan voor nieuwe expressievormen van eeuwenoude archetypen. Het boek Cosmos & Psyche is met zijn rijkdom aan historische feiten en verbanden een waardevolle voedingsbron voor zowel astrologen als niet-astrologen bij het ontwikkelen van een archetypisch oog. Voor astrologen die zich bezig (willen) houden met mundane astrologie is het verplichte kost.

Verschenen in: AstroFocus december 2009